(Samen)leven met corona: De juiste prikkels
Weblogs
Tijdens de eerste golf van de corona-uitbraak zagen we hoe in de zorg samenwerking tussen verschillende disciplines en aanbieders ineens nadrukkelijk op de voorgrond kwam te staan. Dat zagen we ook in de tweede golf en zien we nu opnieuw gebeuren.
Bij veel zorginstellingen, zorgverzekeraars en brancheverenigingen verschuift het eigen belang meer richting de achtergrond. En worden gezamenlijk oplossingen gevonden om geleverde zorg te vergoeden. Maar we hebben ook gezien hoe snel dit tussen de golven door weer wegebde. En hoe de bestaande prikkels en structuren in de zorg weer dominant werden.
Eigen belang boven maatschappelijk belang
De prikkels en de verkokering maken dat instellingen het eigen belang boven het maatschappelijke belang stellen. Dat maatschappelijke belang is het belang van de patiënt en de verzekerde. Het betekent toegang tot goede, betaalbare zorg voor alle inwoners van Nederland. Nu en in de toekomst. Op basis van solidariteit, de basis van ons gezondheidszorgstelsel. We zagen dat samenwerkingsafspraken lang niet altijd standhielden na de eerste golf. En dat het aan het begin van de tweede golf moeite kostte om zorgaanbieders in regionaal verband samenwerkingen te starten om de zorg toegankelijk te houden, ook als dat betekende dat patiëntstromen tijdelijk verlegd moesten worden. In de kern niets nieuws. We zijn allebei al ruim 20 jaar actief in het zorgveld om het patroon te herkennen. Het patroon van instellingen die het eigen belang boven het algemeen belang stellen. Een patroon dat erg schadelijk is voor onze gezondheidszorg.
Productieprikkel loont meer dan samenwerking
Is dit de partijen te verwijten? Deels misschien niet; dit is hoe we de zorg hebben georganiseerd. De productieprikkel die in het zorgsysteem zit ingebakken, geeft een vanzelfsprekende gerichtheid op productie. En draagt er aan bij om het bestaan van de eigen instelling te beschermen. Terwijl juist de samenwerking tussen instellingen zou moeten lonen. Dat is nu niet zo. We zien dat door alle geledingen van de zorg heen; Dat komt naar voren in het medio 2020 gepubliceerde advies van de RVS over de toegankelijkheid van acute zorg, maar net zo goed in het NZa advies over passende zorg.
Maar zorgorganisaties gaan niet helemaal vrijuit. Iedere bestuurder kan immers iedere dag besluiten het anders te doen. Om het gesprek te starten met andere zorgaanbieders in de regio en met zorgverzekeraars over hoe het anders kan.
Coronacrisis versterkt urgentie
Nu is de urgentie groter dan ooit om de prikkels voor samenwerking en gedeelde belangen in de zorg voorop te stellen. Wat dat betreft leert de coronacrisis ons een belangrijke les: deze crisis legt heel nadrukkelijk de systeemfouten in ons huidige zorgstelsel bloot. Om deze fouten te herstellen is geen stelselverandering nodig – geen enkel stelsel is tenslotte perfect – maar er zullen wel forse aanpassingen moeten gebeuren.
Prikkel voor passende zorg
Wij stellen daarom ten eerste dat de solidariteit wat ons betreft een belangrijke kernwaarde van het Nederlandse zorgstelsel is. Dat uitgangspunt vraagt om samenwerking tussen alle zorgpartijen en met partijen in het sociaal domein zoals gemeenten, jeugd ggz en jeugdzorginstellingen. Het is dus zaak prikkels te ontwikkelen voor het leveren van zorg die bijdraagt aan het functioneren van mensen. In het onlangs gepubliceerde advies Samenwerken aan passende zorg stellen Zorginstituut Nederland en de NZa de randvoorwaarden vast voor passende zorg. En hoe alle partijen moeten bijdragen aan het organiseren en realiseren daarvan.
We zien daar gelukkig al goede voorbeelden van. Denk aan Beter Samen in Noord in Amsterdam Noord of aan Gezond en gelukkig in Den Haag. Maar de partijen die daar de schouders onder zetten, merken wel hoezeer ze tegen de stroom in moeten roeien om hun ambitie waar te maken. Dat moet anders. Met een bekostigingsmodel dat samenwerking stimuleert en een halt toeroept aan het verlenen van zorg die geen meerwaarde heeft. Maar ook een kritische blik op het verzekerde pakket en aanpassingen in de risicoverevening, waarmee zorgverzekeraars gecompenseerd worden voor dure verzekerden.
Nú leiderschap tonen en dóórzetten
Maar het vraagt ook om goed leiderschap, om bestuurders en interne toezichthouders die hun eigen tegenmacht organiseren en die beseffen dat ze onderdeel zijn van het publieke belang. We kennen volop bestuurders met hart voor de zorg.
De bovengenoemde voorbeelden van de ontwikkelingen in Amsterdam Noord en Den Haag zijn illustratief hiervoor. En er zijn er meer. Dit vergt bestuurders met een moreel kompas. Jet Bussemaker schreef het al in NRC: we hebben moedige bestuurders nodig die het beleid veranderen omdat het leveren van goede zorg tot de kern van hun professie behoort. En niet om ministers of toezichthouders te behagen.
Daarnaast is het ook van belang dat ‘onafhankelijke’ instanties als de NZa, het Zorginstituut Nederland en IGJ meer doorzettingsmacht krijgen. Zoals al eerder benoemd, redden we het niet met alleen polderen om collectieve gezondheidsdoelen te halen, schreef Marian Kaljouw eerder in Zorgvisie.
De coronacrisis leert ons dat nú het moment is dat die bestuurders en interne toezichthouders leiderschap tonen om het maatschappelijk belang te dienen. Een enorme transitie om dit voor elkaar te krijgen. Maar als we het eens zijn over de richting, zijn we zeker in staat om de stroom te veranderen.
Marian Kaljouw
Bestuursvoorzitter Nederlandse Zorgautoriteit.
Jet Bussemaker
Voorzitter Raad voor Volksgezondheid & Samenleving.
Lees alle weblogs in de reeks '(Samen)leven met corona'
Meer weblogberichten
Reactie toevoegen
U kunt hier een reactie plaatsen. Ongepaste reacties worden niet geplaatst. Uw reactie mag maximaal 2000 karakters tellen.
Reacties
-
Goed stuk. Inhoudelijk helemaal mee eens. Uitwerking heeft nog de nodige executiekracht nodig in het veld.
Nog wel aanmerking: Het stuk bevat digitale links naar artikel o.a. Zorgvisie en NRC die niet zonder lidmaatschap gelezen kunnen worden. Graag de bestanden van de desbetreffende artikelen toevoegen.
Bij voorbaat dank