(Samen)leven met corona: Betrek studenten bij wat wél kan

Weblogs

Wees lief voor jongeren! Het was de oproep die professor Marli Huijer deed in het kader van de RVS jaarconferentie. Jongeren lopen medisch gezien dan wel niet de grootste klappen op, ze krijgen wel degelijk een rekening van deze crisis gepresenteerd. Een grote groep van deze jongeren studeert. We kijken hoe deze crisis hen raakt.

Zoekend naar structuur

In deze coronatijd zien we een enorme dubbelheid bij studenten. Aan de ene kant missen ze de fysieke lessen, waardoor het moeilijk is om structuur aan te brengen in de studie en in hun sociale leven. Jongeren waren de afgelopen tijd zoekend en ervaarden veel stress. Het feit dat docenten nog minder vertrouwd waren bij het online lesgeven droeg daaraan bij. 

Weerbaarheid en gezamenlijke ondersteuning

Een aantal studenten ontwikkelde serieuze psychische problemen. Maar gaandeweg zagen we ook een andere reactie: een toenemende weerbaarheid. Studenten begonnen initiatieven te ontwikkelen om elkaar te ondersteunen en elkaar onder veilige condities op te zoeken. Hierbij zagen we soms ook een omdraaiing in het online lesgeven. Met de studenten samen in het lokaal en de docent op afstand.

De sociale kanten van het onderwijs

Toch is dit natuurlijk niet het volledige verhaal. Voor jonge mensen is onderwijs veel meer dan alleen de plek waar ze leren. Dat is in deze tijd extra duidelijk geworden. Onderwijs gaat ook om sociale kanten, een enorm belangrijk aspect voor scholieren en studenten die middenin hun persoonlijke ontwikkeling zitten en zichzelf en de wereld aan het ontdekken zijn. En dat aspect gaat verloren met digitaal lesgeven, want in die vorm is contact veel zakelijker. 

Thuisonderwijs kan niet voor iedereen

Bovendien zijn er studenten voor wie school de veilige haven is. Een plek waar ze weg kunnen zijn van de problemen thuis. En veel studenten hebben thuis simpelweg geen geschikte plek om ‘naar school’ te gaan: met zijn tweeën op één kamer online les moeten volgen of de enige beschikbare computer moeten delen, is beslist een hindernis. Niet voor niets wordt gewezen op het risico dat deze crisis voor een tweedeling onder studenten kan zorgen en bestaande ongelijkheid wordt vergroot.

Cruciaal contact tussen student en docent

Ook als fysiek onderwijs onmogelijk of sterk beperkt is, is het daarom belangrijk om toch korte lijntjes te houden tussen docenten en studenten of scholieren. Iedere docent kan bijvoorbeeld zeggen dat hij na een online les nog een uurtje beschikbaar is voor studenten die daar behoefte aan hebben. Dan kunnen de informele vragen gesteld worden, waarvoor normaal de pauzes worden gebruikt. Docenten of studentenbegeleiders kunnen ook gaan wandelen met studenten die behoefte hebben aan een gesprek. In meer kleinschalige opleidingen kunnen docenten in de gaten houden welke studenten tijdens de online lessen meer dan eens afwezig zijn.

Verlies studenten niet uit het oog

Juist de studenten die niet zo in beeld zijn, moet je als docent niet uit het oog verliezen. Op school zie je ze tenminste rondlopen. Nu moet een docent hiervoor andere wegen zoeken. In het mbo – de leeftijdsgroep die het meest kwetsbaar is – kan dit in een enkel geval zelfs betekenen dat een docent de moeite neemt om bij iemand langs te gaan. Gelukkig zien we ook dat docenten en begeleiders gebruik maken van deze mogelijkheden om er te zijn als het nodig is. Docenten die niet afwachten tot een student letterlijk en figuurlijk uit beeld verdwenen is, maar zelf hun verantwoordelijkheid nemen om te voorkomen dat dit gebeurt. En zeker voor de groep vanaf een jaar of 16 is dit heel belangrijk. Op die leeftijd delen jongeren niet meer alles wat er in hen omgaat met hun ouders. En afhaken ligt op de loer. 

Bied meer stagemogelijkheden

Wat op dit moment nog even niet is op te lossen, is het probleem van stages die niet kunnen doorgaan. Die stages zijn niet alleen essentieel om een studie met een diploma te kunnen afronden, maar vormen voor studenten ook een interessant, nieuw en dus uitdagend onderdeel van hun opleiding. Onderzoek dus of er wellicht ruimte is voor stages binnen het onderwijs zelf. Maak met aanbieders van stageplaatsen nu al afspraken om straks, als het weer mogelijk is, studenten voorrang te geven op zo’n plek. Of om stageplaatsen te delen, zodat de opgelopen achterstand sneller kan worden ingehaald. Ook de aanbieders van stageplaatsen kunnen kijken wat in hun vermogen ligt om (extra) stages mogelijk te maken.

Meedenken over wat wél kan

Het is belangrijk om studenten perspectief te blijven bieden. Daarbij hoort ook om studenten zelf te laten meedenken over de vraag hoe zij hun leven oppakken, nu en straks als de luiken weer open gaan. Het is nu nog onzeker of, straks als er opnieuw versoepelingen komen, weer alles kan wat voordien mogelijk was en wat zij zo belangrijk vinden – festivals bezoeken, in competitieverband sporten of met familie en vrienden samen zijn. Juist daarom is het zaak om hen te betrekken bij de vraag wat dan wél kan. En die vraag kan nu al worden gesteld.

Over de auteur

Liesbeth Noordegraaf-Eelens, hoogleraar Transformative Higher Education (Erasmus Universiteit Rotterdam) en raadslid RVS.

Over de auteur

Sofyan Mbarki, fractievoorzitter gemeenteraadsfractie PvdA Amsterdam, lid raad van toezicht Regio College en trainer/adviseur in het onderwijs. 

Lees alle weblogs in de reeks '(Samen)leven met corona'

Reactie toevoegen

U kunt hier een reactie plaatsen. Ongepaste reacties worden niet geplaatst. Uw reactie mag maximaal 2000 karakters tellen.

* verplichte velden

Uw reactie mag maximaal 2000 karakters lang zijn.

Reacties

Er zijn nu geen reacties gepubliceerd.