Sandra heeft de drang om de wereld te veranderen

Sandra is 36 jaar geleden geboren in Sri Lanka. Ze is nooit te weten gekomen of haar biologische moeder ook écht haar biologische moeder is. Misschien is ze wel verwekt in een babyfarm. Toen ze 1 maand oud was, werd ze geadopteerd. Niet iedereen in de adoptiefamilie was even blij met een gekleurd kindje. Maar baby’s zijn altijd leuk, dus het werd geaccepteerd. Als Sandra in de spiegel keek, zag ze zelf een typische Hollander. Eentje met ondernemingsdrang.

Beeld: ©Peter van Beek

Sandra komt als baby naar Nederland en groeit op in een Vinex-wijk. Sandra’s adoptievader is gewoon haar vader, haar adoptiemoeder is gewoon haar moeder. Haar vader werkt als loodgieter, wat hij al doet vanaf zijn 14e. Haar moeder heeft verschillende baantjes, van bij de afslankclub tot in de sales. In de wijk zijn er weinig andere kindjes met een kleurtje. ‘Poepchinees’, ‘vieze chocomel’ en ‘Zwarte Piet’  zijn enkele van de namen die ze naar haar hoofd geslingerd krijgt. Langzaam maar zeker realiseert Sandra zich dat de eerste indruk alles is. En de eerste indruk die men van haar krijgt, is niet dat ze een Hollander is. Toch voelt ze zich van jongs af aan wel zo.

Op haar 8e verlaat Sandra’s moeder het huis. Haar ouders komen in een vechtscheiding terecht. Het is niet gebruikelijk dat een kind alleen bij de vader blijft, dus de kinderbescherming komt poolshoogte nemen. Er volgt een rechtszaak, maar begeleiding blijft uit. De moeder van Sandra gaat verschillende keren nieuwe relaties aan en haar vader wordt verliefd op de buurvrouw. Sandra hoort roddels dat haar ouders elkaar stiekem nog zien. Ze hoopt er vurig op dat alles weer normaal wordt. En op een moment lijkt dat ook te gebeuren, maar blijkbaar zijn de geslagen wonden te diep. Het verleden kan niet zomaar uitgewist worden.

De vader van Sandra pakt zijn relatie met de buurvrouw weer op en een paar jaar later trouwen ze. Hoop op gezinshereniging heeft Sandra niet  langer. Thuis ervaart ze veel gedoe. Ze kan ook niet goed opschieten met haar stiefmoeder. De ruzies escaleren. Op haar 15e trekt Sandra het niet meer en verlaat ze met slaande deuren het huis. Ze gaat bij haar moeder wonen en begint met werken in de horeca. Deze periode ervaart ze als pittig. Sandra voelt zich vaak alleen. Ze heeft nog maar sporadisch contact met haar vader. In 2012 eindigt dat helemaal. Als Sandra er nu op terugkijkt, denkt ze dat haar sociale instelling en haar drang om te wereld te veranderen in die periode ontstaan zijn. Het gemis van liefde en vooral veiligheid is tekenend.

Op dat moment is Sandra niet echt met school bezig. In haar laatste jaar op de havo verlaat ze ook haar moeders huis en gaat samenwonen met haar vriend. Naast haar school werkt ze 16 uur per week. Op een dag verslaapt Sandra zich. Ze komt te laat voor een herexamen. Omdat ze geen zin heeft om een heel studiejaar opnieuw te  doen voor 1 vak, besluit ze met de havo te stoppen. Ze gelooft dat ze het wel zal redden met haar baantjes in de horeca. Op haar 19e koopt ze samen met haar vriend een huis, en hij vraagt haar ten huwelijk. Het wordt al snel een verhaal van verliefd, verloofd en uit elkaar. Ze is nog geen 20 als ze weer bij haar moeder intrekt.

Sandra combineert nog steeds verschillende baantjes in de horeca. Haar moeder werkt op dat moment bij een uitgeverij, en daar krijgt Sandra een kans. Sales liggen haar wel. Dat is niet meer of minder dan het creëren van een gunfactor en goed luisteren. Dat kan Sandra. En verkoop is verkoop, of het nou een biertje is of een advertentieruimte, dat maakt haar niet uit. 2,5 jaar werkt ze bij de uitgever. Ze krijgt onenigheid met de bedrijfsleider en ze is principieel: nog liever ontslag dan toegeven. Opnieuw wenkt de horeca. Ze komt in contact met een handelaar in gokkasten. Deze man kent een ondernemer die van zijn café af wil. Sandra heeft daar wel oren naar. Zo gezegd, zo gedaan. De man plaatst gokkasten en investeert in Sandra’s aankomende onderneming. Sandra betaalt zelf 20.000 euro en wordt eigenaar van een kroeg.

Beeld: ©Peter van Beek

Iedereen raadt Sandra af om het café te verbouwen. Eerst geld verdienen, is het ongevraagde advies. Sandra luistert. Op aanraden van de bank sluit ze een doorlopend krediet af: ze mag 25.000 euro rood staan. Het pand blijkt fiscaal niet gesplitst te zijn van de naburige woningen. Dit zorgt voor hoge energierekeningen. Maar Sandra werkt hard. Ze heeft veel vaste klanten, waaronder veel eenzame mensen. Tijdens de feestdagen besluit ze speciaal voor hen open te blijven. Tegenover het café zit een coffeeshop. Dat loopt niet lekker. Vechtpartijen, doodsbedreigingen en lange dagen en nachten worden Sandra’s deel. Het zijn pittige tijden.

De lange dagen knagen aan haar. Sandra wordt minder scherp dan normaal. Ze neemt een domme beslissing en sluit een wurgcontract af bij een verkoper van internetsystemen. Ze is niet op de hoogte van de mogelijkheid om binnen 14 dagen het contract stop te zetten. Dat heeft gevolgen. En de zaken lopen terug. Klanten van de coffeeshop aan de overkant  laat ze omwille van de doodsbedreigingen niet langer toe. De kosten lopen op. De situatie wordt onhoudbaar. Dan wordt Sandra ook nog ongepland zwanger. Dat is een keerpunt. Ze wil geen zwangerschap binnen de omgeving van de kroeg en besluit ermee te stoppen. Wat ze overhoudt, is een schuld van ruim 75.000 euro. Ze is dan 23 jaar.

De zwangerschap zet Sandra aan het denken. Ze wil terug naar school. Ze wil een goed voorbeeld zijn voor haar kind, een toekomstperspectief creëren. Maar ze zal haar kind alleen opvoeden, een relatie met de vader van haar kind zit er niet in. Met vallen en opstaan slaagt ze erin een goede band met hem te houden omwille van haar kind. Dat vindt Sandra belangrijk. Maar een harmonieuze zwangerschap wordt het niet. Ze woont in een loods, schulden achtervolgen haar en de stress neemt toe. Ze besluit bij haar moeder op de bovenverdieping te gaan wonen. Het is niet groot, maar het is in elk geval iets. Badkamer, slaapkamer en woonkamer met geïmproviseerde kookplaat.

De incassobrieven stromen binnen. Deurwaarders kloppen aan. Sandra wil het regelen, goed regelen, voor haar kind. Ze belt met een bedrijf dat gespecialiseerd is in incasso’s. Hulp krijgt ze niet, want dan moet ze 36 uur per week gaan werken en dat kan Sandra niet vanwege haar zwangerschap. Ze wil graag gaan studeren. Met schuldeisers maakt ze zelf afspraken, want met schuldsanering is studeren niet mogelijk. Sandra weet niet dat er een beslagvrije voet bestaat, dat er op een deel van haar geld geen beslag mag worden gelegd. En omdat ze dit niet weet, betaalt ze meer rente dan nodig. Elke maand betaalt ze ruim 400 euro af. Maar er is ook een meevaller: ze krijgt geld terug van de Belastingdienst. Er waren jaren van niet-geclaimde loonheffing. Met dat geld kan ze verschillende kleine schulden in 1 keer afbetalen. Toch komt Sandra in standje overleving terecht.

Vlak na het verkopen van de zaak krijgt Sandra via een vriend een baan in een casino. Zo kan ze net alle afspraken nakomen. Tot 4 weken voor de  bevalling blijft ze werken en in april 2007 ziet Luca het levenslicht. Sandra’s contract wordt na de geboorte van haar zoontje niet verlengd, maar via het UWV krijgt ze een zwangerschapsuitkering. En ze start met de avondschool. Ze wil antropologie gaan studeren, maar daarvoor moet ze eerst haar certificaat wiskunde A1 en Engels op vwo 6-niveau behalen. Opnieuw neemt ze een baan in de horeca aan, terwijl haar lichaam amper bekomen is van de zwangerschap. Alles doet pijn. De dagen zijn lang en stressvol, maar stoppen is geen optie. De incassobrieven blijven komen. De deurwaarders blijven aankloppen.

Beeld: ©Peter van Beek

De stress blijft. Het is vooral veel uitzoekwerk. Wat zijn de echte schulden, waar is er een regeling te treffen en klopt alles eigenlijk wel? Sandra slaagt erin om overzicht te creëren. Nog een paar grote schuldeisers houdt ze over. Het valt niet mee. Maar in 2008 kan ze eindelijk starten met de studie antropologie. Omdat ze niet tegelijk voor Luca kan zorgen, kan werken én schulden kan afbetalen, neemt ze een volledige studielening. Ook vindt ze eindelijk een eigen woning. Sociale huur is niet mogelijk, dus ze is aangewezen op de vrije sector. Ze heeft geen keuze, ze doet het voor haar zoontje. Overdag is ze moeder, ’s avonds en ’s nachts is ze student. In 2012 haalt ze haar diploma. En heeft ze een immense studieschuld, maar die voelt anders dan de schulden uit haar café.

Ze vindt een baan als recruiter. Het is niet haar ding, maar ze kan niet kieskeurig zijn. Na al die jaren duiken er nog steeds nieuwe schulden op. De vaste lasten zijn bijna ondraaglijk hoog. Sandra wil niet langer in standje overleven staan, ze wil vrij van stress zijn. Al beseft ze maar al te goed dat ze fouten heeft gemaakt. Bovendien voelt het allemaal erg oneerlijk vanwege de oplopende incasso- en deurwaarderskosten. Uit angst blijft ze betalen, maar eigenlijk trekt ze het niet langer. Ten einde raad zoekt ze nog een keer hulp bij de schuldhulpverlening.

Ze wordt van het kastje naar de muur gestuurd. De gemeentelijke organisatie ervaart ze als onoverzichtelijk en chaotisch. Ze moet een budgetcursus volgen. Daar voelt ze zich niet prettig bij, administratie is geen probleem voor Sandra. Ze heeft het gevoel dat er geen maatwerk geleverd wordt. De organisatie van de budgetcursus verhuist bijvoorbeeld naar een ander stadsdeel. Dan moet ze van voren af aan beginnen, weer haar hele verhaal doen. Sandra voelt zich vernederd. Het gevecht met de schulden wordt er niet minder op en er hangen haar rechtszaken boven het hoofd.

In 2014 vindt Sandra werk dat ze écht wil doen. Als coach en trainer mag ze mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt helpen. En in 2015 wordt ze Statenlid. Daarvoor krijgt ze een beloning van 850 euro boven op haar inkomen. Dat blijft niet zonder gevolgen. Kan ze niet meer schulden afbetalen en het maandelijkse bedrag van het minnelijke traject dus verhogen? Er volgt een rechtszaak. De rechter stelt Sandra in het gelijk. Er komt een schikking van 700 euro in de maand aan slechts 1 schuldeiser. Via de Kredietbank worden de andere schulden in 1 keer afbetaald. Voor de zaak die Sandra had toen ze 21 was, kan ze nu eindelijk in de schuldsanering. Tien jaar later vormen de gevolgen nog steeds een wezenlijk onderdeel van haar leven. Maar nu ze meer verdient, komt ze ondanks de schulden niet langer in aanmerking voor huurtoeslag. 1 stap vooruit, 1 stap achteruit.

Zonder hulp van derden had Sandra dit nooit overleefd. Ze heeft het zwaar gehad. In de winter was ze standaard ziek door een verlaagde weerstand. Astma-aanvallen had ze vaak. Haar lichaam heeft geleden onder de stress en ze heeft af en toe last gehad van donkere wolkjes. Nu gaat het goed met haar. Ze schrijft een boek over haar ervaringen. Ze wil taboes doorbreken en de onrechtvaardigheid van het systeem duidelijk maken. Maar het liefst van alles wil Sandra anderen helpen. Heel de wereld, als het even kan.