Mensen met een beperking in Nederland: de AWBZ in perspectief

Mensen met een beperking moeten in de samenleving kunnen meedoen, niet met behulp van de AWBZ, maar op eigen kracht of door de WMO.

Welk probleem lost dit advies op?

Vermindering aantal knippen. Opheffen onderscheid care-cure. Achterblijvende participatie mensen met een beperking nieuw elan geven. Stagnering scheiden wonen-zorg opheffen. Zwakke positie gemeenten versterken. Ongunstige kostenontwikkeling beheersbaar maken.

Wat zijn de gevolgen voor de consument?

Minder knippen. Meer verbindingen tussen ‘zorg’ en ‘ondersteuning’. Eén loket integratie care en cure. Verruiming PGB. Laagdrempelige community based eerstelijn centra om de hoek.

Wat zijn de gevolgen voor de zorgverlener?

Blijft aanbieder van zorg- én ondersteuningsdiensten. Twee in plaats van drie bekostigingsbronnen. Naar een nieuwe eerstelijn. Scheiden wonen-zorg. Andere beroepen en opleidingen. Directere ruilrelatie met consument.

Wat kost het?

Herverkaveling AWBZ-zorg over WMO en ZVW in principe kostenneutraal. Wel vermindering bureaucratie door afschaffing AWBZ. Door private financiering wonen en welzijn vermindering collectieve lastendruk.

Wat is nieuw?

  • Strikte scheiding ‘medisch’ en ‘maatschappelijk’.
  • WMO: onder meer eigen belastinggebied gemeente.
  • Care en cure integreren in ZVW en ziekenhuizen.
  • AWBZ-zorg deels voor eigen rekening (wonen etc.).
  • Een nieuwe eerstelijns zorg, inclusief medische AWBZ-zorg en nieuwe beroepen.
  • Niet alles voor iedereen, maar inkomenafhankelijkheid.
  • Doelgroepenbenadering.

Vanuit de Raad is raadslid mw. M.J.M. le Grand van den Bogaard bij het advies betrokken geweest.
De projectleider was drs. P. Vos.