Lokalisering van maatschappelijke ondersteuning

Voor het welslagen van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning is het van belang dat het Rijk zich een andere rol aanmeet dan het gewend is. Minder dirigeren en controleren en meer stimuleren.

Professionals zelf aan het roer

In zijn advies ‘bevrijdende kaders’ geeft de RMO hoog op van de voordelen die kunnen ontstaan door professionals zelf aan het roer te plaatsen. Als we ze ruimte geven en vertrouwen, als we feedback organiseren op hun prestaties en rivaliteit met hun collega’s, dan zal de kwaliteit van overheidsdienstverlening verbeteren.

Gestructureerd krachtenveld

Het is een intussen veel geciteerde gedachte, waarmee op tal van plaatsen in de praktijk wordt geëxperimenteerd. In de praktijk blijkt het echter niet altijd eenvoudig om zo’n stelsel van heldere kaders te scheppen met daarbinnen een gestructureerd krachtenveld dat ondernemendheid en kwaliteit bevordert en bureaucratie afstraft. Met name waar het gaat om deze zogenoemde ‘horizontalisering’ tasten beleidsmakers nog wel eens in het duister over de wijze waarop ze juist wel of juist niet hun verantwoordelijkheid kunnen begrijpen en invullen.

Casestudy toegespitst op praktijk

Dit is aanleiding voor de Raad om hieraan een adviestraject te wijden; een soort casestudy die wordt toegespitst op een praktijk die zeer expliciet is geënt op het gedachtegoed van de RMO: de in ontwikkeling zijnde Wet op de Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). De WMO vertoont overigens ook de nodige parallellen met de Wet Werk en Bijstand en het ligt dan ook voor de hand ervaringen met deze wet in dit adviestraject te incorporeren. Het doel van dit advies is om ervaringen en ideeën die de RMO heeft verzameld in allerlei activiteiten rond ‘bevrijdende kaders’ toegankelijk en toepasbaar te maken voor een breder publiek van gebruikers en belanghebbenden.