Sociale zekerheid en de zorg

Op 1 juli 1996 heeft de Raad het advies Sociale zekerheid en zorg uitgebracht. Aanleiding voor dit advies is de discussie over de herijking van de verzorgingsstaat in het najaar van 1996.

Wettelijk zorgaanbod

De Raad onderstreept in zijn advies dat de toegang tot het wettelijk zorgaanbod voor iedereen gelijk moet zijn. De Raad wil wel nieuwe ontwikkelingen toestaan buiten het huidige gereguleerde aanbod zodat de zorg beter aansluit op de maatschappelijke wensen. Voorwaarde daarbij is wel dat dit aanbod niet exclusief voor bepaalde groepen mag gelden.

Maatregelen

De Raad adviseert maatregelen te nemen op drie niveaus om nadelige gevolgen te verhelpen of te voorkomen. Ten eerste moet VWS een actiever beleid voeren waar het gaat om afstemming van beleid met andere sectoren, in dit geval de sociale zekerheid. Dit zou kunnen door te bevorderen dat ondernemers met zorgverzekeraars nadere afspraken maken over de inpassing van collectieve zorgverzekeringen in geïntegreerde verzekeringspakketten op bedrijfs(tak)- of CAO-niveau.

Ten tweede zal de overheid, indien desondanks nog risico’s voor bepaalde groepen mensen bestaan, flankerende maatregelen moeten ontwikkelen, gericht op bijvoorbeeld arbeids(re)integratie van chronisch zieken en gehandicapten. Ten derde moet de zorgsector meer inspelen op de veranderingen in de sociale zekerheid. Zij moet daartoe in staat worden gesteld door bijvoorbeeld het dichten van de zorgkloof en de flexibilisering van de zorgaanspraken.