We staan voor grote maatschappelijke opgaven, zoals de vergrijzing, het tekort aan zorgpersoneel en de toenemende bestaansonzekerheid. Het gevoel van onbehagen en onmacht over deze opgaven is breed voelbaar in de samenleving. Onbehagen is belangrijk in een democratie en kan een drijfveer voor verandering zijn. Om die verandering te stimuleren, is het noodzakelijk dat de overheid meer doet, en beleid ontwikkelt op basis van sociale grondrechten, maar ook meer ruimte laat aan initiatief vanuit de samenleving om maatschappelijke opgaven aan te pakken.
We pleiten voor het ontwerpen van een sociale architectuur. In dit geval niet van de gebouwde omgeving, maar van beleidskaders rond de wijze waarop we samenleven. Zoals fysieke bouwstenen kunnen bijdragen aan een goede leefomgeving en de ontwikkeling van sociale contacten, zo ondersteunen de bouwstenen van de sociale architectuur hoe we ons tot elkaar verhouden. Belangrijke bouwstenen zijn:
- Bewust omgaan met mens- en overheidsbeelden
- Gebruiken en erkennen van verschillende kennisbronnen
- Stimuleren van initiatief en creativiteit van onderop
Als de overheid zich richt op het creëren van stevige fundamenten - die inhoudelijk gevormd worden door sociale grondrechten - kan de samenleving in de ruimte op en tussen die fundamenten in actie komen. Denk aan burgerinitiatieven en zorgcoöperaties. Zo zetten we onmacht om in daadkracht.
Waarom dit jubileumessay?
Dit essay is geschreven ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving. We blikken terug op de afgelopen tien jaar: de maatschappelijke ontwikkelingen op het snijvlak van zorg, gezondheid en samenleving, en de adviezen die de Raad daarover gaf. En we kijken vooruit naar de toekomst. Hoe kunnen we – de overheid voorop, maar samen met samenleving en markt – maatschappelijke problemen daadkrachtig aanpakken?
Ruim tien jaar geleden wees de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling al op het groeiende onbehagen in Nederland. Dat advies is actueler dan ooit: iedereen voelt het onbehagen. Onbehagen heeft echter een functie en kan de aanzet zijn tot verandering. Zolang het binnen de kaders blijft van de democratische rechtsstaat. Onmacht daarentegen is problematisch. De Raad stelt dat we onze blik moeten verleggen: niet het onbehagen, maar de onmacht verdient nu de aandacht. Om tot handelen te komen, is het nodig om onmacht te (h)erkennen en te doorbreken. Onmacht blokkeert namelijk het vermogen om maatschappelijke opgaven aan te pakken.
Werkwijze
Door onze adviezen van de afgelopen tien jaar kritisch te beschouwen ontdekken we trends, maar ook veranderingen in maatschappij en beleid. Met die kennis formuleren we wat er nodig is om met het onbehagen om te gaan en om de onmacht om te buigen in daadkracht.
Het advies is gepresenteerd op de RVS jubileumconferentie ‘Van onmacht naar daadkracht’ op 10 oktober 2025.