Gezondheidsachterstanden van groepen Nederlanders hangen vaak samen met maatschappelijke problemen die langere tijd duren en elkaar kunnen versterken. Denk aan werkloosheid, een laag inkomen, schulden, een ongezonde leefomgeving en een gebrek aan sociale relaties. De wijk waar je geboren en getogen bent, maakt ook verschil. Steeds meer regionale en lokale programma’s proberen door de aanpak van deze problemen hardnekkige gezondheidsachterstanden tegen te gaan en lopen daarbij tegen obstakels aan. In dit advies geven we aanbevelingen over hoe hiermee om te gaan.
Waarom dit advies?
De kansen op een gezond leven zijn in Nederland ongelijk verdeeld. Naast erfelijke en toevalsfactoren is iemands maatschappelijke positie van invloed op de kans op een gezond leven. Nederlanders met een kwetsbare maatschappelijke positie leven 7 jaar korter dan mensen met een theoretische opleiding en een hoog inkomen, en leven 15 jaar langer in minder goede gezondheid. Ook geografisch is de kans op gezondheid ongelijk verdeeld: mensen in wijken of gebieden die in veel opzichten in een achterstandssituatie verkeren, zijn gemiddeld slechter af dan de rest van Nederland. Deze gezondheidsachterstanden zijn onrechtvaardig voor het individu en vormen een maatschappelijk probleem, omdat ze gepaard gaan met hogere zorguitgaven en geringere arbeidsparticipatie.
Werkwijze
Dit advies is een vervolg op het essay Gezondheidsverschillen voorbij. Met onze aanbevelingen richten we ons op landelijke partijen die de voorwaarden scheppen voor lokale en regionale programma’s gericht op het terugdringen van gezondheidsachterstanden. Dat zijn de regering, het parlement en de departementen, maar ook landelijke organisaties zoals het RIVM, het Zorginstituut Nederland en zorgverzekeraars. Daarbij richten we ons ook nadrukkelijk op landelijke instituties en organisaties die werken op andere beleidsterreinen dan de zorg en die van invloed zijn op gezondheidsachterstanden, zoals het onderwijs en sociale zekerheid. Met ons advies willen we deze landelijke partijen een handreiking bieden, zodat zij optimaal kunnen bijdragen aan regionaal en lokaal succes in het terugdringen van gezondheidsachterstanden.
Na een literatuurstudie hebben we met ruim 45 deskundigen gesproken: beleidsmakers, politici, wetenschappers, vertegenwoordigers van landelijke organisaties als Pharos, VNG, Alles is Gezondheid, het RIVM, GGD GHOR Nederland en ZonMw. Drie programma’s hebben we nader onderzocht: Trendbreuk Zuid-Limburg, Kracht van de Veenkoloniën en het Nationaal Programma Rotterdam-Zuid. Met in totaal 37 betrokkenen bij deze programma’s hebben we in 3 afzonderlijke focusgroepen gesproken over (landelijke) voorwaarden waaronder zij hun programma’s uitvoeren.
De opbrengst van de interviews en de focusgroepen en mogelijke aanbevelingen zijn besproken in verschillende overleggen op zowel landelijk als lokaal niveau.
Het advies is gepresenteerd op de RVS jaarconferentie 'Terugdringen van de complexe ongelijkheid achter gezondheidsverschillen', op 7 april 2021.
Het advies werd besproken tijdens een van de workshops en in de afsluitende plenaire paneldiscussie ‘Aanpak gezondheidsachterstanden: wat kunt u doen?’. Via deze link kunt u de discussie terugkijken.
Raadslid Erik Dannenberg vertelde meer over het advies in dit artikel van Binnenlands Bestuur en in een interview met Zorg en Welzijn.
Op de dag van het verschijnen van het advies verschenen er diverse interviews met voorzitter Jet Bussemaker over het advies:
Aletta Winsemius sprak over dit advies in een uitzending die in het kader stond van de sociaal-maatschappelijke opgave in de Metropool Regio Amsterdam. Het gesprek is terug te bekijken via deze link (vanaf ca. 25:50).