Leren innoveren in het sociaal domein

Op tal van plekken ontplooien mensen initiatieven om de ondersteuning voor zichzelf en elkaar te verbeteren. Dit roept de vraag op hoe de beweging naar meer zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid in het sociale domein kan worden verbreed. In zijn advies ‘Leren innoveren in het sociaal domein’ focust de RMO op de rol van de overheid in het transformatieproces. Met het creëren van voorwaarden en aansturing nemen gemeenten daarbij een sleutelpositie in. Verandering schuilt in het zichzelf anders opstellen en leren wat werkt. Op 3 december ontving staatssecretaris Van Rijn het eerste exemplaar.

Sleutelpositie

De Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015 (Wmo) biedt gemeenten kansen om het domein van zorg en ondersteuning fundamenteel anders in te richten. Zij nemen in de transformatie een sleutelpositie in. Gemeenten zullen wezenlijk anders moeten handelen: door burgerinitiatieven meer ruimte te geven en innovatie en diversiteit in het zorgaanbod te stimuleren bij maatschappelijke organisaties. Dat biedt burgers, professionals en organisaties ruimte om zelf taken en verantwoordelijkheden op zich te nemen en te veranderen.

Veranderingsproces

Belangrijk is dat gemeenten leren uit bureaucratische reflexen te stappen, belemmeringen wegnemen en maatschappelijke doelstellingen centraal stellen. Dergelijke veranderingen gaan gepaard met allerlei onzekerheden en belangenconflicten. Juist door deze in het veranderingsproces te betrekken heeft de transformatie kans van slagen.

Mede-eigenaar

Dit vraagt van gemeenten dat zij ook zelf veranderen. Gemeenten moeten daartoe samen met burgers, professionals en organisaties uitzoeken wat werkt, en wat niet en daarvan leren. Wanneer betrokkenen zelf ervaren wat nodig is, worden ze mede-eigenaar van de veranderende aanpak en zal de verandering eerder beklijven en zich verder verspreiden.