Bestrijding van vrouwelijke genitale verminking

Het kabinet wil vrouwelijke genitale verminking zo snel mogelijk uitbannen onder meisjes in Nederland vanwege de ingrijpende lichamelijke en psychische gevolgen voor de meisjes.

Instelling van een commissie

De ministerraad heeft besloten tot de instelling van een commissie die onderzoek gaat doen naar de mogelijkheden van effectief signaleren, opsporen en bestrijden van vrouwelijke genitale verminking. Cruciaal daarbij is de ontwikkeling van een controlesysteem dat een preventieve werking heeft én dat vrouwelijke genitale verminking tijdig opspoort.

Onderzoek

De ministerraad heeft er op voorstel van minister Hoogervorst van Volksgezondheid, Welzijn en Sport mee ingestemd om, vanwege de complexiteit van het vraagstuk, een bijzondere commissie bij de Raad voor de Volksgezondheid & Zorg (RVZ) in te stellen. De commissie wordt gevraagd voor eind 2004 advies uit te brengen. Tevens zal de RVZ een onderzoek uitvoeren naar de omvang van de problematiek van vrouwelijke genitale verminking in Nederland.

Preventieve aanpak

Op de korte termijn zal de preventieve aanpak worden versterkt. Het kabinet gaat stimuleren dat bij gemeenten, de zorg en het onderwijs meer aandacht komt voor het bestrijden van vrouwelijke genitale verminking. Zo komt er meer voorlichting, de deskundigheid bij beroepsgroepen wordt verbeterd en is er meer aandacht voor vrouwelijke genitale verminking bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling en de jeugdgezondheidszorg. De eis van dubbele strafbaarheid wordt losgelaten. Het kabinet verwacht hiermee uiterlijk eind 2004 de effectieve maatregelen ter bestrijding van vrouwelijke genitale verminking compleet te hebben.

De projectgroep werd ondersteund door een secretariele werkgroep onder leiding van mw. M. Wats